Illegaal gestortte verharding en aanleg brug t.o. Kostverlorenweg 2 – Bezwaar maken kan tot 24 juni

Lopende de bezwarenprocedure tegen de aanleg van een brug t.o. Kostverlorenweg 2 en het afwijken van het bestemmingsplan voor de aanleg van een voetpad, dat echter naast een ‘pad’ van 3 á 4 m. breed ook nog 2 grote verharde oppervlakken bevat op de bijbehorende tekening, heeft de eigenaar in de week van 6 juni 2016 een begin gemaakt met de aanleg van de brug. Daarnaast heeft hij vrijdag 10 juni de verharding aangebracht.

De vereniging Amsteloever heeft een zienswijze tegen de aangevraagde omgevingsvergunning en tegen het afwijken van het bestemmingsplan ingediend bij de gemeente. Daarna heeft zij bezwaar gemaakt en is uitgenodigd voor een nog plaats te vinden hoorzitting.

De vereniging heeft op 10 juni een melding gemaakt van het illegaal storten van de verharding en de begonnen aanleg van de brug.

De tekst van het bezwaar is als volgt:

Vereniging Amsteloever

Aan het College van Burgemeester en Wethouders

van de gemeente Amstelveen

Postbus 4

1180 BA  Amstelveen

datum:  10 juni 2016

betreft:  bezwaarschrift tegen:   – aanvraag omgevingsvergunning Z-2016/021724

– id.                                                Z-2016/004882

Geachte college,

In vervolg op het indienen van onze zienswijze maken wij bezwaar tegen het verlenen van bovengenoemde omgevingsvergunningen. Naar onze mening kunnen deze aanvragen niet los van elkaar worden gezien. Dit blijkt ook uit de ingediende plannen die voorzien in een inrichting die o.i. strijdig is met letter en geest van het vigerende Bestemmingsplan Wester-Amstel.

Met nadruk wijzen wij erop dat met het verlenen van vergunningen geen enkel publiek belang  zou zijn gediend. Integendeel, het gaat uitsluitend om het belang van de eigenaar. Deze wist echter vóór de aankoop dat het terrein niet ontsloten en dus niet via een openbare weg toegankelijk was. In de verkoopakte (verleden op 10 januari 2014 voor notaris mr. M.R. Meijer te Amsterdam) staat onder punt D 7 “Er zijn geen erfdienstbaarheden” en onder punt D 15 “Het verkochte heeft geen uitgang op de openbare weg”.

Het terrein waarvoor een aanvraag tot verharding is ingediend, kan niet vallen onder de op de Plankaart voor Tuinen (T) aangegeven gronden, aangezien dit perceel niet voldoet aan de in 6.1. a t/m d gegeven omschrijvingen. Het is en blijft dus agrarisch gebied. In dat agrarisch gebied, waarop art. 21 van het Bestemmingsplan ziet, is geen verharding toegestaan, doch slechts een ‘voetspoor met een maximum breedte van 1 m’. De gemeente heeft ervoor gekozen deze gronden de bestemming agrarisch gebied te geven omdat deze bestemming past in het bredere kader van zowel het regionale als het gemeentelijke planologisch beleid. We denken daarbij bij voorbeeld aan de zg. Amstelscheg, maar ook aan de Structuurvisie Amstelveen 2015+ waarin de openheid van het gebied tussen de Amsteldijk en de aaneengesloten bebouwing van Amstelveen is vastgelegd. Het tracé van de niet gerealiseerde A 3 vormt daarbij de grens van de compacte bebouwing. Ook in de nota ‘Ruimtelijk Kwaliteitskader’ wordt aandacht geschonken aan de bijzondere positie van het kwetsbare landelijk gebied. Dit gebied mag niet door een verharding aangetast worden, ook al niet omdat dan het parkeren van voertuigen in dit open gebied mogelijk zou worden. Om dezelfde reden dient een brug met een breedte van 4 m uitwendig niet te worden toegestaan. Een dergelijke brug immers kan niet anders dan bedoeld zijn voor voertuigen en die voertuigen horen niet te komen op een terrein waarop alleen maar een ‘voetspoor’ mag worden aangelegd.

Wat de formele kant betreft, dient naar ons inzicht het College de aanvragen af te wijzen omdat er geen sprake is van activiteiten bedoeld in hfdst. II art 2 van het Bor en evenmin van activiteiten genoemd in hfdst. IV art 4. Een binnenplanse afwijking van het Bestemmingsplan is o.i. dus niet mogelijk.

Wel is het College, ingevolge  het Bor en de Mor, bevoegd tot een buitenplanse afwijking. Deze mogelijkheden zijn limitatief opgesomd in hfdst IV van bijlage II Bor. Volgens de ‘beleidsregels planologische afwijkingen’ gaat het dan om de zgn. ‘kruimelgevallen’. Daarvan is hier echter geen sprake, het gaat om een aanzet tot ander dan agrarisch gebruik. Een zwaardere afwijking dus, waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist.

Naar ons inzicht kan de gemeenteraad een dergelijke verklaring niet geven, gelet op art. 21.4.3.: “De in lid 21.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten van het terrein.”  Van een dergelijke aantasting is wel degelijk sprake nu blijkt dat aanvrager voornemens is het weidegebied geheel anders in te richten, namelijk met brede verhardingen, een ‘bosplantsoen’, een kweekkas, een moestuin, een boomgaard en diverse hoog opgaande bomen zoals rode beuk, gele treurwilg en schietwilg. In het Bestemmingsplan wordt juist op een aantal plaatsen aangegeven dat het gebied ‘open’ dient te blijven.

Tenslotte wijzen wij op bezwaren van omwonenden, met name van de bewoners van de nrs 75 t/m 86. Een verbinding van het terrein kadastraal W 205 met de Kostverlorenweg zou de mogelijkheden voor inbrekers om van die zijde deze huizen te benaderen en er weer vandaan te gaan, aanzienlijk vergroten.

Naar de mening van de Vereniging Amsteloever, waarvan het grootste deel van de bewoners van de Amsteldijk Noord lid is, dienen de gevraagde vergunningen niet te worden verleend.

Vanzelfsprekend is het bestuur graag bereid om de bezwaren op een hoorzitting nader toe te lichten.

Hoogachtend,

P.J. Hesp                                                                                                      H. Perquin-Muggen

voorzitter                                                                                                      secretaris